De eerste spullen voor de bijenhotels

Deze spullen voor de Bijenhotelletjes werden gebracht

Twee bossen Hollandse bamboe

Vlier geoogst te Geeuwenbrug

Acht bossen bladriet 

De koudste 5 december sinds jaren

Onze bermvoorbeeldbakken in de kou op 5 december

Van Yvonne Hontelé

Heb je wat leuks voor deze blog, "25 jaar IVN Westerveld" en ons jubileum project "Bij-Berm-Biodiversiteit". Stuur op naar ravenalbert@gmail.com 

Yvonne Hontelé:
Hierbij de foto van de hommel. Ik doe er voor de aardigheid nog een St. Jansvlinder (?) bij op een Beemdkroon en Duizendguldenkruid langs een fietspad hier vlakbij, heb ik ook dit jaar genomen. De hommel heb ik in de tuin van mijn buurvrouw gefotografeerd; de vlinder op het “kleine startbaantje” juli 2016, tijdens mijn “zeldzame-bloemenwandeling”. Als je in zeldzame planten geïnteresseerd bent, ga dan eens mee met een van de 2 wandelingen in juli. O ja, op het pad dat dwars over de Hoekenbrink loopt hebben we Wolfsklauw en Zonnedauw aangetroffen, nog niet zo lang geleden. Stuur ik nog apart. Hoeft niet op de website hoor maar misschien vind je het leuk om te zien wat wij op de wandelingen allemaal aantreffen. Er is bijna altijd iemand die fotografeert, want ik ben bezig met TopoGps en er zijn meestal ervaren planten- en vogelkenners bij. Zo leer ik al jarenlang van mijn deelnemers (vroeger ook in het buitenland).kregen een bericht en foto's van Yvonne Hontelé

Hippie onder de hommels

natuurdagboek donderdag 3 november

Koos Dijksterhuis Uit de krant van 3 november 2016

Akkerhommel zoekt nectar. ©Koos Dijksterhuis



Een hommel zoemt door de tuin. Hij stevent af op de monnikskappen en hangt daar een tijdje rond. Het is een akkerhommel. Akkerhommels zijn één van de weinige hommelsoorten die nog algemeen in Nederland voorkomen. Met hun deels oranje lijf lijken ze op sommige andere soorten, maar die zijn uitgestorven of zeldzaam geworden, sinds we de bloemen uit ons ooit bloemrijke land hebben weggemest. Aard-, tuin-, boom- en akkerhommels hebben een brede bloemensmaak, en ze weten nectar uit bloemen van uiteenlopende vorm en omvang te vissen. Desnoods bijten ze een gaatje achterin de bloem, om erbij te kunnen.

Akkerhommels hebben een middellange tong en kunnen daarmee zowel oppervlakkige als diepgaande bloemkelken uitlebberen. Hommels zijn groter en behaarder dan bijen en kunnen daardoor beter tegen kou. Hommels leven dan ook in koelere streken dan bijen. In Nederland zijn hommels vroeger in het jaar actief dan andere bijen en blijven ze ook in de herfst langer vliegen. Akkerhommels horen bij de laatste. De werksters zijn nu al dood en de vruchtbare vrouwtjes hebben zich na een vrijage teruggetrokken in hun winterkwartieren. De zwervers die nu nog rondzoemen zijn mannetjes. Ze zijn kleiner dan vrouwtjes en blijven warm door beweging. Zoals wij het warm krijgen van hollen, krijgen akkerhommels het warm van vliegen. Maar dat vliegen vergt brandstof, nectar dus, en daarom zijn laatbloeiers als monnikskappen een uitkomst. Als de nachtvorst toeslaat, is het gedaan met die bloemen en die hommels.

Steken bijen al minder gauw dan wespen, hommels zijn met hun angel nog terughoudender. En de akkerhommel is één van de minst prikkelbare hommels. Dit vriendelijke insect is de hippie onder de hommels. Zijn oranje vacht kleurt hij fraai bij de indigoblauwe monnikskap.